Ik had ook ‘een copywriter is een serpent’ kunnen schrijven, want het gaat over je huid afwerpen. Maar dit terzijde.

 

Copywriter als acteur

 

Als copywriter stel je je opdrachtgever een aantal gerichte vragen

  • Wie ben je / waar sta je voor?
  • Wat is je boodschap / wat wil je precies vertellen?
  • Aan wie is je boodschap gericht / wie is je doelgroep?
  • Via welk medium ga je deze boodschap brengen?

Wanneer je een duidelijk antwoord op die vragen hebt, kan je aan de slag. Je schrijft het stuk. Je verwoordt de boodschap klaar en duidelijk.

 

Je bént een landbouwer of een wanbetaler

Je gooit al schrijvend de opbouw van de tekst om, je splitst een brief in drie delen, je voegt tussentitels toe, je vereenvoudigt zinsconstructies en verandert woordkeuzes. Je herleest, schrapt en vervangt in één moeite nog enkele woorden.

En eigenlijk komt het erop aan om in de huid van de doelgroep te kruipen: tijdens het schrijven vraag je je voortdurend af of de manier van verwoorden duidelijk is voor de ontvanger van de boodschap. Je bént dus een poetshulp, een landbouwer, iemand die te laat betaalde, een sceptische klant. En in die rol lees je je eigen tekst keer op keer kritisch na.

Je merkt bijna altijd dat de basistekst van de opdrachtgever net níet geschreven is vanuit de positie van de ontvanger. Wel vanuit het standpunt van de organisatie of het bedrijf. Logisch ook. Maar daar komt niet altijd een begrijpelijke tekst uit. Neem nu bijvoorbeeld de vele vaktermen die gemeengoed zijn binnen de firma, maar waar een potentiële klant nog nooit van hoorde. Of een aantal denkstappen die overgeslagen worden omdat ze voor de opdrachtgever zo vanzelfsprekend zijn, maar waar de lezer van de tekst heel wat aan heeft. Het is dus een prima idee om een frisse, vaardige pen op je tekst los te laten.

Je leest je tekst nog een allerlaatste keer. Letter voor letter, ter controle van spelling en rechtzetting van typo’s. En dan stuur je het stuk in.

 

Bron foto
Visual gemaakt met Canva